Via een web-log contact in Zuid-Frankrijk (de Provence) kreeg ik Rozemarijn aangeboden. De rozemarijn groeit volop in het wild in de buurt van waar deze Nederlandse man met zijn gezin woont en werkt.

Hij had vier 15 literzakken meegegeven. De Rozemarijn, Rosmarinus officinalis, was rond half februari geplukt. Niet de tijd waarin rozemarijn de hoogste concentratie etherische olie bevat. Bij de Rozemarijn is dat net als bij lavendel vlak voor en tijdens de bloei van de plant.
Het leek mij interessant om te kijken of er toch de nodig olie uit de plant te halen was.
Van de ongeveer 2 kg rozemarijn heb ik de kleinere takjes met de blaadjes afgeknipt.
Ik hield na het knippen 1050 gram gedroogde Rozemarijn over die gedestilleerd konden worden.
Ik heb de destillatie in verband met de te lage temperatuur buiten ´na een kleine verbouwing´ in de keuken uitgevoerd. Met al voorverwarmd water in de ketel duurde het 20 minuten voordat het eerste destillaat overkwam. Al eerder 5 minuten daarvoor was er al een geur waarneembaar.
De geur is het beste te omschrijven als eucalyptus (cineol)achtig. De geur veranderde tijds het destilleren in pineen-achtig; minder scherp als in het begin en zoeter. Ook was er een geur waarneembaar die mij aan de lucht van hibiscusthee deed denken. De temperatuur bleef tijdens het destilleren hangen rond de 88 graden Celcius.
Bij het destilleren van andere kruiden blijft de thermometer bij de 95 graden Celcius steken.
Na anderhalf uur destilleren ben ik gestopt. Tijdens het destilleren heb ik 3 wijnflessen met hydrolaat opgevangen. Het hydrolaat was licht troebel.
De hoeveelheid etherische olie die ik uit de Rozemarijn heb gedestilleerd viel mij nog mee, zeker gezien de tijd van het jaar waarin ze geplukt zijn.
Ik had in totaal 8 mL rozemarijnolie gemaakt. De geur van de olie maakt een zachte en warme indruk.
Een volgende keer hoop ik natuurlijk van versgeplukte bloeiende rozemarijn olie en hydrolaat te maken. Volgens de kenners maak je daar het beste hydrolaat van.

Samenstelling Rozemarijn etherische olie

De Grieken en Romeinen beschouwde rozemarijn als een heilige plant die vrede en welzijn brengt. Er zijn een aantal soorten, waarvan Rosmarinus officinalis de meest gebruikte voor de winning van etherische olie is.

Er zijn naast de wilde plant ook cultivars, zoals bijvoorbeeld R.officinalis var. angustifolius. Deze plant maakt een naar dennen ruikende olie. Olie zowel als hydrolaat van de rozemarijn vinden hun toepassingen in cosmetica, detergenten, parfums (vooral colognes). Rozemarijn hydrolaat heeft o.a. voor de huid revitaliserende eigenschappen en is daarom erg geschikt om te gebruiken in baden of bijvoorbeeld kleimaskers. Voor het maken van een goede kwaliteit olie moet de planten geoogst worden net voor of gedurende de volle bloei. De plant kan gedroogd worden omdat de olie in de olieklieren geproduceerd en vastgehouden wordt. Je kan hier meer over lezen in mijn artikel over plantenanatomie

Hydrolaat maak je van de vers geplukte planten (bloemtoppen) en bij voorkeur met een koperen destilleertoestel. Als je kijkt naar de samenstelling van de etherische olie van de rozemarijn heb je te maken met het begrip chemotype. Bij chemotypen gaat het om dezelfde botanische soort die in verschillende vormen voorkomt doordat er verschillende groeiomstandigheden aanwezig zijn, bijvoorbeeld klimaat, grondsoort, hoogte en dergelijke.

Rosmarinus officinalis kent verschillende chemotypen (afkorting CT) o.a.: cineol, kamfer en verbenon. De naam van het chemotype verwijst naar de stof die in hoge concentratie in de olie aanwezig is.

Samenstelling etherische olie van 3 chemotypen van Rosmarinus Officinalis vergeleken

Als je de samenstelling van de verschillende chemotypen van rozemarijn olie in functionele groepen zet krijg je een nog duidelijker beeld van het verschil in samenstelling:

Volgens Jeanne Rose in ‘375 essential oils and hydrosols’ is R.officinalis CT verbenon de meest zachte rozemarijn chemotype en heeft het krachtige regeneratieve eigenschappen waardoor het populair is voor huidverzorgende producten.