Afgelopen week was het perfect herfstweer, en ook een laatste kans om voor het winterseizoen nog buiten te kunnen destilleren. Vanwege z’n welriekendheid had ik gekozen voor de Douglasspar. In de Chaamse bossen waar ik met toestemming takjes en boompjes mag zagen komt deze spar naast andere sparrensoorten algemeen voor.
Ik heb in totaal 4 klapkratten geknipt en een dag later gedestilleerd.
Voor het verkleinen van de takjes had ik een hakselaar aangeschaft.
Helaas kan je daar alleen wat grotere takken mee versnipperen. De takjes en twijgjes van de spar zijn te buigzaam. Hierdoor heb ik met een knipschaar de takjes kleiner moeten knippen.
De vier klapkratten waren goed voor in totaal 10 kg aan takken en takjes met sparrennaalden.
Voorbereidingen voor de destillatie zijn eigenlijk het meest werk.
Het fijnknippen van de takjes, de ketel vullen met ca 30 Liter heet water,
de takjes in de ketel op het rooster brengen,
Rooster in de destilleerketel
de deksel erop en langs de rand dichttapen om stoomlekkage te voorkomen,
de koelemmer aansluiten, gas onder de destillatieketel aansteken,
de koelemmer vullen met warm en later met koud water.
Daarna is het afwachten wanneer het water aan de kook gaat en de eeste druppels
destillaat de koelemmer verlaten. Voordat dit gebeurd is er eigenlijk al van alles te
ruiken. Bij deze destillatie was er bij 30 – 50 graden Celcius al een bloemige citrusgeur te reuken.
Bij 94 graden kwam het eerste destillaat over.
Tijdens het destilleren had ik wat last van stoomlekjes onder de afdichttape door. De hitte van de stoom lijkt als de destillatie een tijdje op gang is, hier en daar de lijm van de tape los te krijgen. Misschien moet ik op zoek naar een andere dichting, want op deze manier gaat er wel de nodige olie verloren tijdens het destilleren!
De geur werd tijdens het destilleren fruitiger.
Na ruim 2 uur destilleren had ik een opbrengst van 30 mL olie.
Dat is een percentage van 0,3%.
Sparrentakjes na de destillatie in de kliko
In welke tijd de spar de hoogste opbrengst aan olie heeft is voor mij nog steeds iets om uit te zoeken.
Vorige jaar heb ik in oktober alleen heel jonge boompjes geknipt en kwam toen op een opbrengst van ongeveer 1 % uit. De takjes heb ik toen wel dezelfde dag gedestilleerd. Het is dus het proberen waard  een volgende keer alleen heel jonge boompjes te knippen en dan dezelfde dag gelijk te destilleren.

Chemische samenstelling van Douglasspar etherische olie

De etherische olie van Douglasspar is een bijzondere olie. De citrusgeur maakt het een fris ruikende olie. Wat is eigenlijk de samenstelling van deze olie? Daarvoor heb ik ‘The chemistry of essential oils made simple’ geschreven door David Stewart geraadpleegd. Ook kwam ik een Servisch onderzoek tegen: Chemical composition and antifungal activity of the essential oil of Douglas fir

Pseudosuga menziesii Mirb. Franco) from Serbia. De samenvatting van dit onderzoek kan je vinden op https://www.doiserbia.nb.rs/img/doi/0352-5139/2009/0352-51390910035T.pdf

De olie van de Douglasspar (Pseudotsuga menziesii) heeft een sterk wisselende samenstelling. De olie uit Frankrijk heeft bijvoorbeeld een hogere beta-pineen gehalte dan olie geproduceerd in de VS.
De olie kan soms vervalst zijn met terpentijn. Er is ook een duidelijk waarneembaar verschil in geur met de olie van de Grove den (Pinus sylvestris). Dat is ook te verklaren als je naar de samenstelling kijkt.

Etherische olie van de Douglasspar bevat veel meer  L-limoneen dan die van de Den. Deze monoterpeen is verantwoordelijk voor de citrusgeur. Zo komt R -limoneen in sinaasappelolie voor en L-limoneen in citroenolie.

Verder zorgen bornylacetaat (een ester) en pineen voor de karakteristieke dennengeur.
Met name bornylacetaat draagt bij aan de frisheid van de olie.

Door onderzoek van de laatste jaren is er ook meer bekend geworden van de geneeskrachtige eigenschappen van de verschillende stoffen in de olie. Van alpha-pineen is bekend dat het een stimulerende werking heeft.  R-limoneen heeft tumorwerende eigenschappen.

Dat verklaart waarom tijdens het destilleren de gesprekken en discussies die ik onderwijl met Catharina heb steeds scherper worden. Het is prachtig dat we gebruik kunnen maken van deze etherische olie, maar de boom maakt ze om zelf goed te kunnen functioneren. Monoterpenen (zoals pineen, limoneen) hebben een antiviraal effect wat belangrijk is om te overleven.

Ook communicatie en aantrekking verloopt dankzij de monoterpenen. Schorskeversoorten vinden hun waardplant op de geur, het monoterpenenmengsel is soortspecifiek. Voor de Douglasspar is dat Dendroctonus pseudotsugae. Deze kever wordt aangetrokken door de etherische olie van de boom, en dan met name door: alpha-pineen, beta-pineen, limoneen, campheen, geraniol en alpha-terpineol.

Tijdens mijn wandelingen in het Chaamse bos ruik ik zo af en toe ook de kenmerkende geur van de Douglasspar olie. De olie heeft net zoals andere monoterpeen rijke naald oliën de volgende eigenschappen:

1 antiseptisch – voor de luchtwegen en omgevingslucht
2. expectorant – hoestbevorderend
3. pijnverdovend
4. neurotonicum – stimulerend
5. stimulatie van de bijnieren
6. weerstandverhogend
7. huidverzorgend

De grootste kracht van de oliën ligt in het zuiveren van de omgevingslucht. Een gezonde boswandeling is dus niet zomaar een uitdrukking, maar is dus ook echt goed voor de gezondheid!

“De etherische olie van de naaldbomen zuivert, geeft hernieuwde kracht, versterkt en bevordert gevoelens van energie en welzijn.

Ruik aan het flesje: de kracht springt eruit!”